FIV is de afkorting voor het Feline Immunodeficiency Virus. Het is een retro-virus dat verwant is met HIV, vandaar dat het ook gekend is als ‘katten AIDS’.
Net zoals een diagnose van AIDS geen doodsvonnis is, is dat ook geen doodsvonnis voor FIV+ katten.
Een FIV+ kat kan andere katten besmetten. Dat kan gebeuren door bijtwonden. Het Feline Immunodeficiency Virus is niet besmettelijk voor mensen. Zolang een FIV+ kat niet gaat vechten met niet besmette katten gaan die niet besmet worden.
Hierdoor kan men FIV+ katten houden in dezelfde leefgroep met niet besmette – voor zover die niet vechten. Castratie en sterilisatie , wat alle SHE-katten ondergaan hebben, is een aanzienlijke factor die dat risico gaat verlagen.
Er is (1) de acute fase wanneer de besmetting plaatsvind , (2) de latente fase en (3) de progressieve fase.
Tijdens de latente fase vertoont de kat geen ziektesymptomen. In een bloedanalyse kunnen abnormaliteiten opvallen. De duurtijd van deze fase is variabel en niet te voorspellen. Sommige katten blijven heel hun leven in de latente fase.
Alhoewel de termijn van overgang naar de progressieve fase onbekend is voor elke FIV+ kat is overgang na een termijn van 5 jaar na besmetting veel voorkomend.
In de progressieve fase treden symptomen op zoals chronische tandvleesontsteking, chronische verkoudheid, gewichtsverlies, vergrote lymfeknopen, nierfalen en allerhande secundaire infecties. Uiteindelijk sterft de kat hieraan. Met behandeling kunnen deze katten vaak nog een lang en goed leven hebben.